New call-to-action

Audiogids begeleide tour en tentoonstelling Teide Legend
 

De vulkaan de Teide

De Teide is de grootste vulkaan van de Canarische Eilanden en Spanje, en de derde hoogste vulkanische structuur ter wereld. De Teide wordt enkel voorafgegaan door de Mauna loa en de Mauna kea in Hawaï.

De Teide ontstond 170 000 jaar geleden door een verschuiving van de reeds bestaande vulkaan die nog groter was dan de huidige. Zo werd de caldera van Las Cañadas gevormd. In de loop van de ontstaansgeschiedenis van de Teide werd de caldera met vulkanisch materiaal gevuld waardoor tegenwoordig enkel een deel van de wand zichtbaar is.

Stratovulkanen als de Teide worden gevormd door de opeenstapeling van steeds viskeuzere lavalagen. In de laatste 20 000 jaar hebben de meeste uitbarstingen (Montaña Blanca, Pico Cabras enz.) zich voorgedaan rond de basis van de Teide. Hoe hoger de vulkaan, hoe moeilijker de lava uit de top kan spuiten.

De oorspronkelijke bewoners van de Canarische Eilanden (de guanches) waren ervan overtuigd dat Guayota, de duivel die in de Teide (de hel) leefde, Magec (de god van het licht en de zon) had ontvoerd en in de Teide had opgesloten. De guanches smeekten Achamán, hun oppergod, om genade. Achamán slaagde erin om Guayota te verslaan, Magec uit de Teide te bevrijden en de krater af te sluiten. Volgens de legende is de witte vulkaankegel op de top van de Teide de dop waarmee Achamán de vulkaanpijp afsloot.

De klassieke wereld was zeer geïntrigeerd door de Teide. De Griekse geschiedschrijver Herodotus maakte in zijn werken twee keer vermelding van de Teide: “(…) de Atlas steekt boven alles uit als een cilindervormige figuur. Hij is zo hoog dat de top onzichtbaar is en zowel in de winter als in de zomer bedekt wordt door wolken, de bewoners noemen hem de hemelkolom (…)”. In een ander verhaal schreef Herodotus: “(…) Uit de zee rijst een berg op met de naam Atlas, hij is zo hoog, stellig en verheven dat de top niet goed zichtbaar is (…)”.

De Romeinse schrijver Plinius de Oudere (24-79 na Chr.) beschreef in zijn “Naturalis Historia” de sneeuw die de afgezanten van koning Juba II op de eilanden zagen liggen: “(…) Ninguaria, omhuld in wolken en genoemd naar de eeuwige sneeuw (…)”.

Tijdens de Renaissance begonnen tal van geschiedschrijvers en avonturiers de Atlantische Eilanden in verband te brengen met de resten van Atlantis en de Teide met de Atlas. Ze beschouwden de Canarische Eilanden als de hoogste punten van het gezonken continent.

Tijdens de Europese hoogdagen werd gedacht dat de Teide de hoogste berg ter wereld was. De berg werd immers als vuurtoren gebruikt door de Spaanse, Portugese en Britse schepen die via de Atlantische Oceaan naar het zuiden reisden.